Volume 25

Sisyphus' dochters

by Marjan Sterckx

Published 31 December 2012
Zowel de beeldhouwkunst als de publieke ruimte zijn eeuwenlang als
mannelijke domeinen beschouwd. Toch waren er al vroeg, en vooral sinds
de late achttiende eeuw, vrouwelijke beeldhouwers aan de slag in de
(semi)publieke ruimte, en dit bovendien veel vaker dan men tot nu toe
aannam.


In Sisyphus’ dochters gaat Marjan Sterckx in op deze unieke
beeldhouwsters en hun werk in de stedelijke publieke en semipublieke
ruimte in de periode ca. 1770-1953. Parijs, Londen en Brussel fungeren
als casus.Na een analyse van de fysieke aanwezigheid en
vertegenwoordiging van de beeldhouwwerken van vrouwen in de drie
onderzochte steden, beschrijft de auteur de toenmalige moeilijkheden en
mogelijkheden voor vrouwen met diverse profielen om beeldhouwer te
worden, een degelijke opleiding te genieten en openbare opdrachten te
bekomen in die steden. Vervolgens gaat ze in op de vormelijke en
inhoudelijke kenmerken van het getraceerde beeldhouwwerk, en hun
zichtbaarheid in de publieke en semipublieke ruimte. Een laatste deel
behandelt de ontvangst, vroeger en nu, van de bestudeerde beeldhouwsters
en hun (semi)publieke werken.


Een tweede volume, de catalogus, inventariseert en illustreert waar
mogelijk 365 niet eerder bijeengebrachte sculpturen van de hand van
vrouwen in publieke en semipublieke buiten- en binnenruimtes in Parijs,
Londen en Brussel in de periode ca. 1770-1953.