v.7

In 1998 zorgde een strafproces voor de correctionele rechtbank te Brussel voor heel wat ophef. Een pastoor stond er terecht op beschuldiging van seksueel misbruik van kinderen. In de zaak werden zowel kardinaal Danneels, aartsbisschop van Mechelen-Brussel, als monseigneur P. Lanneau, hulpbisschop van datzelfde bisdom, door de benadeelden rechtstreeks gedagvaard als burgerrechterlijk aansprakelijke partijen, in hun hoedanigheid van aanstellers in de zin van art. 1384, derde lid, B.W., van die pastoor. Uit dit verhaal bleek dat de relatie tussen de bisschop en zijn vele medewerkers niet zo eenvoudig is. Hoe kan die canoniekrechtelijk, maar ook profaanrechtelijk worden gedefinieerd? Deze en andere vragen vormen het uitgangspunt voor de bijdragen in dit boek.